Op 24 augustus 1913 wordt Gerrit Arend Meerhof geboren in Apeldoorn als zoon van smid Cornelis Meerhof (Schiedam 1884) en Jintje Diphooren (Deventer 1889). Zijn vader werkt bij de gemeentewerf in Apeldoorn. Meerhof trouwt met Dina Frederika Oosterman (Apeldoorn 1915). Het stel krijgt twee kinderen: Corrie (1941) en Lex (1943). Een baby, die na Meerhofs dood in juni 1945 wordt geboren, overlijdt binnen een week. Het gezin woont op de Nijverheidstraat 7 in Apeldoorn, naast Gerrits ouders en jongste broer Bertus. Meerhof werkt als technicus bij zenderpark Radio Kootwijk, in de oorlog door de bezetter gebruikt voor communicatie met Duitse onderzeeboten in de Atlantische Oceaan. Nederlandse medewerkers staan onder streng toezicht, waardoor sabotage praktisch niet mogelijk is. Maar een aantal collega’s zit net als Meerhof in het verzet.
De oorlog
In de oorlog is Meerhofs huis een belangrijk centrum van verzetsactiviteiten in de regio Apeldoorn. Meerhof zit bij de OD en later bij een knokploeg. Hij bouwt zelf zenders en ontvangers en kan door zijn zendvergunning thuis een illegale radiopost runnen, waarmee hij droppings organiseert en vanaf najaar 1944 contact onderhoud met bevrijd gebied. Ook hebben zijn vrouw Dina en hij onderduikers in huis, zoals knokploeglid Johan Anema (ook gefusilleerd bij het Rademakersbroek). Bovendien verbergt Meerhof thuis wapens en Engelse uniformen. Maar op 10 januari 1945, een zonnige dag met sneeuw, valt de SD ‘s ochtends de woning binnen. Er is zeer waarschijnlijk sprake van verraad, want ze vinden direct de in de kinderwagen verstopte zendapparatuur. De zwangere Dina en haar kinderen Corrie (4) en Lex (1,5) moeten angstig toekijken terwijl het hele huis wordt doorzocht en Meerhof op grove wijze wordt aangehouden. De SD arresteert die dag in totaal 11 mensen uit zijn verzetsgroep die naar het huis toekomen, waaronder Johan Anema en Gerrits vader. Een verzetsstrijder wordt bij een vluchtpoging doodgeschoten en ligt drie dagen op straat. Ten minste de helft van de arrestanten zal de oorlog niet overleven. Meerhof en Anema belanden in de Willem III-kazerne en vervolgens in De Kruisberg. Zijn vader Kees gaat op transport naar Neuengamme. Hij is na de oorlog nog jaren vermist en waarschijnlijk rondom de bevrijding bij een dodenmars gestorven.

Dina zal nooit meer over de oorlog heenkomen. En het traumatische verlies van Gerrit heeft ook zijn weerslag op de kinderen én kleinkinderen. Het gezin verhuist na de bevrijding naar een in beslag genomen, groot huis van een NSB-familie. Meerhofs moeder en Bertus trekken de eerste jaren bij hen in. Dina bevalt begin juni 1945 van een meisje – een lichtpuntje in de duisternis – en noemt haar Gerry Arendina. Maar tot overmaat van ramp sterft de baby een week na de geboorte en Dina’s pijn slaat om in woede en verbittering. Ze neemt kostgangers in huis, lijdt onder epilepsie en is te druk om naar haar kinderen om te kijken. Corrie ontwikkelt een slechte gezondheid en Lex is stil, nerveus en eenzaam. De stemming in huis is altijd bedrukt. Een keer per maand bezoekt het gezin Gerrits graf en totdat Dina hertrouwt hangen er foto’s van in de oorlog overleden mensen aan de muur. De nieuwe man is een nare stiefvader en echtgenoot en Dina zal uiteindelijk weer van hem scheiden. In het boek De oorlog was mijn erfenis (2007) beschrijft Lex hoe de dood van zijn vader de rest van zijn leven heeft getekend. En de dochter van Lex – Meerhofs kleindochter – zal in 2015 op haar website schrijven “Mijn vaders vader werd geëxecuteerd door de Nazi’s. Mijn vader was toen anderhalf jaar oud. Dit heeft vergaande gevolgen gehad voor de rest van zijn leven. Te veel om hier uit te leggen.”
