
Op 2 maart 1945 worden rond 8 uur ‘s ochtends 46 mannen gefusilleerd op een akker aan het Rademakersbroek bij Varsseveld in de Achterhoek. Allen zijn zogenaamde Todeskandidaten uit gevangenis De Kruisberg van de Sicherheitsdienst in Doetinchem. Ze zijn pas in de laatste maanden van de oorlog opgepakt, maar zullen de bevrijding net niet halen: slechts 4 weken na hun dood wordt Aalten en omgeving bevrijd. Tot onnoemelijk leed van de families die zij achterlaten: (zwangere) vrouwen, kinderen, ouders, broers en zussen. Ook volgende generaties zullen onder dit trauma gebukt gaan. Onder deze 46 mannen die nooit uit de oorlog zouden terugkeren zijn kopstukken van het verzet uit de randstad, Gelderland en Overijssel.